86. Potlood en papier
Potlood en papier zijn nog steeds redelijk normale gebruiksvoorwerpen. Potloden zijn misschien al een beetje 'specialisten gereedschap' geworden voor kleine kinderen en kunstenaars. En er blijkt tegenwoordig meer papier gebruikt te worden om iets te verpakken dan om er op te schrijven of te drukken. Ik denk dat alle vormen van lezen en schrijven op papier in de toekomst verder zullen verminderen met dank aan de computers. Potlood en papier hebben dus hun beste tijd gehad en dan ga je altijd terugkijken. Als je geen toekomst meer hebt, heb je misschien nog wel geschiedenis.
Papier Nest van een veldwesp in de Kampina. Twee of drie van de raten zijn nog bezet
Ik begin met de geschiedenis van papier want daar komen toch meer planten in voor dan in die van de potloden. Het oudste papier werd en wordt gemaakt door wespen voor hun nest! Wespen knagen aan dood hout en nemen een aantal vezels mee. Ze knagen dit tot een balletje en plakken het samen tot ze een nest hebben. In onze omgeving is een wespennest meestal goed verstopt in een holle boom, een hol in de grond, een spouwmuur en dergelijke. Ook wespen die hun nest in bomen of struiken hangen camoufleren dat meestal uitstekend, maar in Zuid-Frankrijk vind je vaak de kleine nestjes van veldwespen nauwelijks verstopt in een struik. Vorig jaar vonden we trouwens twee nestjes vlak bij mijn woonplaats toen we op zoek waren naar boomkikkers, die er ook waren! Die dag kon toen dus niet meer stuk.
Misschien dat de eerste papiermaker, de kunst had afgekeken van de wespen. Die eerste papiermaker was volgens de Chinezen een keizerlijke ambtenaar Ts'ai Lun in 105 na Chr. Hij klopte en kookte allerlei plantaardige vezels en resten van zijde tot een pap en liet die in dunne lagen drogen: het eerste papier. Waarschijnlijk bestond er al eerder iets papierachtigs in China, dat gemaakt werd uit soortgelijke grondstoffen en bestond de uitvinding van Ts'ai Lun vooral uit het fijnmaken en koken en misschien het scheppen op een zeef. Het Chinese papier werd trouwens niet alleen gebruikt voor schrijven en tekenen, maar ook voor kleding en voor wandversiering.
Een moerasbos met papyrus bij Syracuse op Sicilië
Papyrusplant
Het Chinese papier was niet het eerste papier in Europa. Het zou nog tot de 12e eeuw duren voordat dit papier Europa bereikte via de Arabieren in Spanje. De Arabieren hadden tijdens een oorlog met China, in 750 of 751 een paar Chinese papiermakers gevangen genomen. Deze 'krijgsgevangenen' zouden de Arabieren de kunst geleerd hebben, ofschoon ook de Arabieren rond die tijd al iets maakten uit plantaardige vezels dat op papier leek. Ze hebben in ieder geval het Chinese papier verbeterd door het te bestrijken met stijfsel zodat het gladder werd en regelmatiger inkt op nam.
Maar het echte eerste 'papier' in Europa kwam uit Egypte en wel van de papyrusplant die ook de namen 'papyrus' en 'papier' leverde. De papyrusplant (Cyperus papyrus) is familie van het parapluplantje (Cyperus alternifolius) dat een aantal jaren geleden erg populair was als kamerplant. Papyrus is alleen een aantal maten groter: de plant kan 5 meter hoog worden met een polsdikke stam. Het is een subtropische moerasplant en ooit moet de plant massaal gegroeid hebben in de moerassen rond de Nijl. Tegenwoordig is daar in Egypte zeer weinig meer van over door het droogleggen van de moerassen en de watervervuiling. In Oeganda staat nog wel veel papyrus en op Sicilië staat ook nog een papyrusbos, misschien de enige plek in Europa waar de plant van nature voorkomt.
Papyrusplant en parapluplantje horen bij de cypergrassen. In ons land zijn verschillende cypergrassen inheems zoals biezen en zeggen. Maar van het geslacht Cyperus hebben we er hier maar één en daar zijn we niet eens blij mee. Knolcyperus (Cyperus esculentus) is een nieuwkomer en geldt als een zeer vervelend onkruid. Knolcyperus heeft eetbare knolletjes, die aardamandel worden genoemd. Waarschijnlijk zijn die knolletjes zo'n veertig jaar geleden met gladiolenknollen meegekomen en nu schijnen ze een lastig onkruid te zijn in de teelt van maïs, aardappelen en gladiolen. Knolcyperus heeft een voorkeur voor Oost-Brabant, maar mij is de plant hier nog nooit opgevallen. Ik vrees dat dat op de eerste plaats aan mij ligt. Cypergrassen en dergelijke zijn niet mijn sterkste kant.
Papyrus Papyrus met Griekse tekst en tekening over de werken van Hercules
De oude Egyptenaren gebruikten de papyrusplant zo ongeveer voor alles, net zoals ze in Oost-Azië ooit bamboe voor bijna alles gebruikten. De Egyptenaren bouwden er huizen, bruggen en schepen mee. Ze aten zelfs de kern van jonge scheuten, vergelijkbaar met de bamboescheuten. Voor de productie van papyrus werden de stammen geschild en de kern werd in repen gesneden, geweekt en geklopt. Dan werden de repen in twee lagen dwars over elkaar gelegd en weer geklopt, mogelijk met wat extra lijm, tot er een samenhangend vel ontstond dat onder druk werd gedroogd. Na het gladschuren was de papyrus klaar, maar meestal werden dan een aantal vellen aan elkaar geplakt om een rol te maken. Je kunt papyrus vellen namelijk niet vouwen want dan breken ze.
Niet alleen de Egyptenaren schreven op papyrus. Ook de oude Grieken en de Romeinen gebruikten papyrus en tot ca. 700 was papyrus in heel Europa het normale materiaal om op te schrijven. Na 700 werd in Europa papyrus vervangen door perkament gemaakt van dierenhuiden. De geleerden zijn het niet eens wat hiervoor de reden was. Zeker is dat perkament veel duurzamer is in het vochtige klimaat in Europa. Als men door was gegaan met papyrus waren er nu waarschijnlijk geen originele Middeleeuwse geschreven bronnen meer geweest. Maar men denkt dat dit toch niet de belangrijkste reden was. De meesten nemen aan dat lokaal perkament maken goedkoper was dan papyrus importeren, maar er zijn ook historici die denken dat de slechte verhoudingen met de opkomende Islam de handel verstoorden.
Papier
In 711 vielen de islamitische Moren vanuit Noord-Afrika Spanje binnen en in 720 hadden ze het grootste deel van het huidige Spanje en Portugal veroverd. Een poging om ook Frankrijk te veroveren mislukte in 732. Zo'n 500 jaar werden Spanje en Portugal geregeerd door islamitische vorsten en pas in 1280 was het overgrote deel van Spanje weer in handen van christelijke vorsten.
Alle kennis van de Arabieren werd overgebracht naar Spanje en zo was er rond 1100 een grote papierindustrie bij Valencia die als belangrijkste grondstof vlas gebruikte. Het oudste christelijke boek van papier dat nog bestaat is een missaal uit Silos in Spanje uit 1151. In Frankrijk stamt het eerste geschrift op papier uit 1225. Maar daarna ging het hard. Allerlei verbeteringen werden ingevoerd met als belangrijkste het inschakelen van watermolens en rosmolens voor het fijn maken van de plantaardige vezels (vlas en hennep) vooral van de lompen van linnen uit vlas en later katoen. In Zuid-Nederland stond de eerste papiermolen in Hoei in 1405, na de val van Antwerpen in 1585 werd de eerste gebouwd in Noord-Nederland, in Dordrecht.
Nog steeds hebben we voor speciale doelen handgeschept papier dat grotendeels is gemaakt van lompen. Maar het standaard papier wordt nu gemaakt van hout en van oud papier, maar dat komt tegenwoordig ook van hout. De uitvinding die dit mogelijk maakt stamt uit de 19e eeuw. Het eerste probleem was natuurlijk het fijnmaken van het hout, maar veel moeilijker bleek het verwijderen van lignine uit het hout. Hout bestaat hoofdzakelijk uit cellulose en lignine maar voor goed papier gebruikt men alleen cellulose. Met chemicaliën wordt daarom de lignine verwijderd en dat papier heet dan heel verrassend 'houtvrij'.
Door een watermolen of rosmolen aangedreven machine om lompen en plantenvezels te snipperen, zgn. Hollander
Potlood
Het potlood is veel jonger dan inkt en pen of penseel. Een potlood bestaat uit twee op elkaar gelijmde, stokjes met in de holte een kern van grafiet. Als je het zo opschrijft klinkt het best ingewikkeld. Maar in een potlood zit dus geen lood en dat heeft er ook nooit ingezeten.
Tot de voorgangers van het potlood kun eventueel je de metalen stiften rekenen waarmee de Romeinen aantekeningen in hun wastabletten krasten. Maar zeker waren de zilverstift en de loodstift voorgangers. Hiermee kon men namelijk op speciaal papier tekenen. Zilver, lood en ook tin zijn zeer zachte metalen en als je er mee op 'hard' papier tekende lieten ze een fijne, grijze streep achter. De zilverstift had bovendien als speciaal effect dat de grijze lijn na enige tijd warm bruinig werd. Onder andere Rembrand en Dürer hebben er mee getekend.
Misschien wel de beroemdste potloden op dit moment
Ergens tussen 1500 en 1565 werd in het Lake District in Engeland een zeer zuivere laag grafiet gevonden. Grafiet is koolstof, hetzelfde materiaal als steenkool, maar zuiverder dan de beste antraciet. Diamant is ook zeer zuivere koolstof maar in een andere kristalvorm. Het grappige is dat grafiet ongeveer het zachtste mineraal is dat we in de aarde vinden en diamant zeker het hardste. De plaatselijke bewoners gebruikten het grafiet alleen om hun schapen te merken, want zuiver grafiet brandt wel maar is heel moeilijk aan te steken. Maar het merken van de schapen heeft mogelijk iemand op het idee gebracht om er mee te gaan tekenen. Het staafje grafiet was zo zacht dat je het moest versterken en dat deed men door er een laag stof of garen omheen te wikkelen: het potlood was geboren.
Kort daarna ontdekte men dat als je een mengsel van dit grafiet en water aan de binnenkant van de gietmal van kanonskogels smeerde, het afgekoelde product veel beter loste. Bovendien kreeg je een gladdere kogel die je verder kon schieten! Dus het grafiet uit het Lake District werd een militair product en mocht regelmatig niet geëxporteerd worden, ook niet voor potloden.
De Wener Joseph Hardtmuth en de Fransman Nicolas-Jaques Conté ontdekten tussen 1790 en 1795 dat je door minder zuiver grafietpoeder en pottenbakkersklei samen te bakken ook potloodstiften kon maken! En bovendien dat je de hardheid van het potlood kon regelen door meer of minder klei te gebruiken: dit is het moderne potlood met HB als normale hardheid, tot B9 steeds zachter en tot H9 steeds harder.
Tenslotte waar komt het lood in het potlood vandaan? Door een vergissing: het zachte grafiet is zwart-glanzend net als het looderts dat loodglans of galena heet. Men dacht in het Lake District dus een soort looderts te hebben gevonden. En de pot in het potlood zou wel eens de gietmal van de kanonskogels kunnen zijn.
Jan van Dingenen - 2016